De steenfabriek Smeijers en Voortman is in 1922 opgericht door de broers Gradus, Jan en Mannes Voortman en de broers Jan en Willem Smeijers. Daarvoor hadden Voortman en Smeijers elk al hun eigen steenfabriekje in Rijssen. De grond waarop de steenfabriek Smeijers en Voortman is gebouwd was ten tijde van de Marke nog heidegrond. Naderhand was Jan Hendrik Rotman eigenaar en hij verkocht de grond in 1922 aan Jan Smeijers (voor 50%) en aan de broers Gradus, Jan en Mannes Voortman (tezamen ook 50%) die er de steenfabriek op stichtten. Gradus Voortman werd opgevolgd door zijn zoon Gerrit Voortman. Weer later kwam Gerrit zijn zoon Gradus in de directie. In 1956 wordt een deel van de grond gebruikt voor de bouw van de dubbele bedrijfswoning “In den Singel”.
Oprichter Jan Smeijers werd omstreeks 1939 opgevolgd door zijn zonen Gerrit Willen en Gerrit Jan Smeijers. In 1951 is de vennootschap Smeijers en Voortman opgericht.
Vanaf dat moment werd het bedrijf flink uitgebreid met de bouw van een nieuwe ringoven en daarna met nieuwe gebouwen in 1963, 1964 en 1967.
In het begin werkten er ongeveer 25 personen bij de steenfabriek die samen 4 miljoen stenen produceerden. Bij het 65-jarig jubileum in 1987 werkten er nog 15 personen die samen 20 miljoen stenen produceerden.
Na het overlijden van Gradus Voortman in 1973 werd zijn broer Jan Voortman, voorheen wegenbouw-machinist, directeur. Hij nam het werk van zijn broer over die toen druk bezig was met de aankoop en het afronden van de nieuwbouw van de tunneloven. In diezelfde periorde is Bram Voortman, de zoon van Gerrit Jan Voortman eveneens in de directie gekomen. Jan hield zich met name met de algemene en de technische zaken bezig en Bram met de verkoop.
Met de komst van de nieuwe tunneloven werd de productiecapaciteit verdubbeld van 10 miljoen stenen tot 20 miljoen stenen. Deze tunneloven was 90 meter lang en hierin pasten 21 ovenwagens met elk ca 8.500 stenen. Totaal dus 178.500 stenen. Voor de productie was een jaarlijks gasverbruik nodig van tussen de 1,8 en 2 miljoen m3. Aan elektriciteit werd 850.000 tot 900.000 kwh verbruikt.
De leem voor de productie van de stenen werd verkregen uit de Hoch (Elsen) en de Winterkampen (Markelo). Voor het transport was een leemspoor aangelegd waarover de “kiepkarretjes” dagelijks de uitgegraven leem naar de steenfabrieken vervoerden. De trekkracht werd eerst verzorgd met paarden. Vanaf 1945 kwamen de locomotieven, die de leem niet alleen voor Smeijers en Voortman aanvoerden, maar ook voor de steenfabrieken Baan en Ten Hove, Struik en Gebr. Ten Bolscher. Met de komst van de A1 werd in 1967 het leemspoor opgeheven en werd het transport in samenwerking met Baan en Ten Hove met vrachtwagens uitgevoerd.
In de 80-er en 90-er jaren kwamen er grote veranderingen. Smeijers stapt in 1982 uit het bedrijf. Het bedrijf werd uiteindelijk in 1992 aan het Australische Boral verkocht. In 1999 gaat het bedrijf over in Engelse handen. De Firma Hanson wordt dan eigenaar. In juni 2002 wordt het Oostenrijkse Wienerberger eigenaar. In 2005 wordt het bedrijf als laatste steenfabriek in Overijssel gesloten. De gebouwen stonden lang te koop en zijn uiteindelijk in 2014 afgebroken.